Raak je blijvend invalide door een ongeluk? Dan krijg je het bedrag uitgekeerd dat op de polis van je ongevallenverzekering staat. Of een deel ervan.
Hoeveel je precies krijgt, hangt af van wat je hebt. En hoe erg het is.
Met blijvend invalide bedoelen we dat je een lichaamsdeel niet meer hebt. Je mist bijvoorbeeld een vinger of been. Of je kunt een lichaamsdeel voor een deel of helemaal niet meer gebruiken. Je raakt bijvoorbeeld blind of doof. Of je kunt niet meer ruiken of proeven.
Om de uitkering van de ongevallenverzekering te bepalen, gebruiken we de Gliedertaxe tabel. In de tabel staat welk percentage van het verzekerd bedrag je krijgt als een lichaamsdeel niet meer werkt. Of als je het lichaamsdeel niet meer hebt. Je krijgt dan het percentage van het verzekerd bedrag dat op je polis staat. Bijvoorbeeld:
Bekijk de complete Gliedertaxe tabel (pdf).
Was je al blijvend invalide en ben je door een ongeval extra invalide geworden? Dan betalen wij alleen voor het deel dat je extra invalide bent geworden.
Werkt een lichaamsdeel voor een deel niet meer? Of mis je een deel? Dan krijg je een lager percentage dan in de tabel staat. Hoeveel je krijgt hangt af van het deel dat niet meer werkt. Of van het deel dat je kwijt bent.
Door een ongeval verlies je je hele wijsvinger. Je krijgt dan 15% van je verzekerd bedrag op je polis. Dat percentage staat in de Gliedertaxe tabel (pdf). Verlies je de helft van je wijsvinger? Dan krijg je de helft van 15%. Dit staat niet in de tabel.
Dat doen we met de resultaten van medisch onderzoek uit Nederland. We bepalen dit als je invaliditeit niet meer verandert. Kan je invaliditeit 2 jaar na het ongeval nog steeds veranderen? Dan maken we een inschatting. Daarvoor gebruiken we de medische gegevens die we op dat moment hebben.
