Schaatsen op natuurijs: tips en tricks

Weet je nog, vroeger? Het had een paar nachten gevroren. Je werd dik ingepakt en samen met je vader of moeder ging je op naar de ijsbaan in de buurt. De houtjes werden strak om je laarsjes gebonden en je hield je stevig vast aan je stoeltje. Al stampend op het ijs maakte je je eerste meters. Als we terug kijken lijkt het alsof we ieder jaar het ijs op konden. Dat is nu niet altijd het geval. Wat als we dit jaar wel op natuurijs kunnen schaatsen? Alles wat je moet weten lees je hier.

Schaatsen op natuurijs kan alleen als het een lange tijd echt koud is. Als we Piet Paulusma mogen geloven dan krijgen we dit jaar te maken met een lange, strenge winter. Zou de tocht der tochten dit jaar doorgaan? Wat als je precies tijdens de Elfstedentocht aan het skiën bent in het buitenland? Wij halen je terug met de ‘it giet oannuleringsverzekering’! Tot die tijd hopen we nog een paar rondjes te mogen oefenen op natuurijs. We pakken we ons vaak dik in als we het ijs op gaan. Maar is dit wel handig? Als je gaat schaatsen moet je wel goed kunnen bewegen. Te dikke en te strakke kleding kan juist enorm in de weg zitten. Wat kun je dan het beste aantrekken? Wij zetten belangrijke tips op een rij:

Waterdichte kleding

Ben je niet zo’n ervaren schaatser en val je veel? Dan is het handig om waterdichte kleding aan te trekken. Anders krijgt je kleding natte plekken van het ijs. Ook als het sneeuwt kun je erg nat worden. Een skibroek en -jas is waterdicht. Maar je kan bijvoorbeeld ook een regenbroek over je andere kleding aantrekken.

Winddichte kleding

Delen van de Elfstedenroute zijn bevroren, waardoor je lekker door de weilanden kunt schaatsen. Grote kans dat er een stevige en koude wind staat. Zorg voor winddichte buitenkleding, zoals een regenjas.

Laagjes, laagjes, laagjes

Door verschillende lagen kleding over elkaar te dragen, blijf je beter warm dan wanneer je alleen een hele dikke trui draagt. Dat komt omdat er lucht tussen de verschillende lagen blijft hangen. Deze lucht houdt warmte vast. Je kan als onderlaag thermokleding dragen. De laag daarboven moet er losjes overheen vallen. Dat zou bijvoorbeeld een fleecetrui kunnen zijn. Daaroverheen draag je een water- en winddichte bovenlaag.

Handschoenen, sjaal en muts

Draag een muts om je oren te beschermen tegen de snijdende koude wind. Zonder muts krijg je al snel rode en brandende oren. Ook een sjaal is lekker om je nek te beschermen tegen de wind. Maar soms zit een grote sjaal in de weg als je in beweging bent. Dan kun je ook kiezen voor een kleine col. En niets is minder dan koude, bevroren vingertoppen. Draag altijd dikke handschoenen om te voorkomen dat het ijzer van een schaats door je hand snijdt. Er bestaan zelfs ‘snij vaste’ handschoenen, waar geen ijzer doorheen kan komen. Wanten houden je vingers het beste warm, omdat je vingers bij elkaar zitten. Dat heeft weer met dat warme luchtlaagje te maken. Ben je een echte koukleum? Dan heb je handschoenen met een wollen binnenkant en een leren buitenkant nodig.

Let op wakken

Het blijft altijd oppassen geblazen als je gaat schaatsen op natuurijs. Het ijs is namelijk enorm onvoorspelbaar, het kan zomaar een zwakke plek hebben zonder dat jij dat ziet. Een wak kan namelijk ontstaan door wind, stroming of de waterdiepte. Wind zorgt er namelijk voor dat het water blijft stromen of ronddraaien waardoor het ijs niet dicht kan groeien. Ook in de buurt van eenden, riet en bruggen komen vaak wakken voor. Wees daar dus extra voorzichtig.

Een wak is soms lastig te herkennen. Na een nacht vorst kan een wak namelijk al dichtgevroren zijn. Deze ijslaag is vaak nog te dun om overheen te schaatsen. Als er dan ook nog sneeuw overheen ligt, dan zie je al helemaal niet waar het ijs niet zo stevig is. Waar kun je wel op letten? Wakken die zijn ontstaan door de wind zijn te herkennen aan een witte bevroren rand. Ook kleurverandering van het ijs is een teken dat het ijs niet te vertrouwen is.

Koek en zopie

Met de term koek en zopie bedoelen we het eten en drinken dat tijdens schaatsperiodes bij het ijs wordt verkocht. Hoe lekker is het dat je na een lange tocht schaatsen je koude, rode vingertoppen om een beker warme chocolademelk kan slaan. We vergeten vaak te drinken tijdens het schaatsen. Maar doordat je beweegt verlies je altijd vocht. Ook al voel je dat zelf niet zo. Neem dus altijd een flesje drinken of bijvoorbeeld een thermoskan met heerlijke thee mee onderweg. Als je nu een langer rondje schaatst dan dat je had gepland, dan kun je altijd nog langs de koek en zopie tent schaatsen.

It giet oan

Als de voorspellingen kloppen en we krijgen lange tijd te maken met vorst. Dan zijn we goed voorbereid. We weten nu wat we aan moeten trekken om lekker warm die rondjes te kunnen schaatsen op natuurijs. Maar pas op de wakken en blijf goed drinken. Het enige waar we dan nog op wachten zijn de historische woorden: ‘it giet oan’.